FAQ - veelgestelde vragen

Voorbereidingstip 4: denk op tijd na over het materiaal

Qua materiaal kan je het zo gek maken als je zelf wil. Het belangrijkste is vooral om aan te trekken of te gebruiken waar jij je comfortabel bij voelt (mits toegestaan volgens de regels). Laat je niet afleiden door al het (professionele) materiaal van een ander. Je doet mee voor jezelf. Dat professionele materiaal kan je natuurlijk altijd nog aanschaffen als je vaker triathlons wil doen. Wel hebben we enkele tips:

  • Bij het zwemmen kun je gebruikmaken van een wetsuit. Als het water kouder is dan zestien graden Celsius, is dit zelfs verplicht. En als het water te warm is (meer dan 22 graden) is een wetsuit juist niet toegestaan. De Nederlandse Triathlon Bond heeft hier duidelijke richtlijnen voor. Desondanks is de verwachting dat in juni met een wetsuit kan worden gezwommen. Het voordeel van een wetsuit is dat je beter warm blijft en de meeste mensen zwemmen hier iets makkelijker mee. Behalve als je schoolslag zwemt, dan zwemt een wetsuit niet zo comfortabel. Een zwembril is in buitenwater wel erg handig om te gebruiken.
  • Laat je niet gek maken door al die dure fietsen die je zult zien tijdens de wedstrijddag. Een stadsfiets of een (oudere) racefiets voldoet ook! De regels staan vrijwel alle gangbare fietsen toe, wat de triathlon toegankelijk maakt voor iedereen. Wel zal je met name bij de ‘concurrenten’ racefietsen zien. Als je een tijdritfiets hebt, denk dan op tijd na met welke wielset je wilt fietsen. Fietsen met ‘hogere’ wielen zijn sneller, maar zullen met wat zijwaartse wind mogelijk moeilijker te besturen zijn.
  • De beste en goedkoopste ‘upgrade’ zijn toch wel elastische veters. Door deze veters te gebruiken in jouw loopschoenen, hoef je jouw schoenen niet te strikken tijdens het aantrekken. Hierdoor kun je sneller wisselen. Elastische veters zijn niet duur. Je kunt ze vaak al krijgen voor zo’n tien euro.
  • Gebruik een startnummerband. Het is namelijk verplicht om bij het fietsen en het lopen een startnummer te tonen. Als je jouw startnummer vastmaakt aan een startnummerband, hoef je het niet bij het wisselen opnieuw vast te maken aan jouw kleren. Want let wel: het startnummer moet bij het fietsen aan de achterzijde worden getoond en bij het lopen aan de voorzijde.