FAQ - veelgestelde vragen

De wedstrijd

Als alles klaarligt, kun je nog even naar het toilet. Ook kan het slim zijn om een uur vóór de start nog iets te eten. Tijdens de wedstrijd verzorgen wij water tijdens het lopen. Bij het fietsen moet je zelf voor het drinken zorgen. Zorg ook zelf voor iets te eten, als je dit wilt. Je kunt speciale sportgelletjes gebruiken (als je dit van tevoren hebt geprobeerd, en dus weet dat je maag dit aan kan), maar een banaan of een graanreep volstaat natuurlijk ook.

Start
Zorg ervoor dat je je chip om je linkerenkel hebt vastgemaakt. Hiermee wordt je tijd geregistreerd. Je houdt de chip gedurende de hele triathlon om. Tijdens de triathlon zie je matten liggen waarover je heen loopt en fiets. Zo worden jouw tussentijden geregistreerd.

Loop 10 minuten voor het begin van de wedstrijd naar het strandje. Hier zal je de laatste uitleg – de briefing – ontvangen. Ondertussen een beetje gespannen? Geen zorgen, dat is volkomen normaal! Besef dat je vooral plezier moet hebben.

Alle deelnemers van dezelfde startserie starten vanaf het strand. Stel je op in het vak. Zet je badmuts en zwembril op. Als je het startschot hoort, mag je van start!

Het zwemmen
In het zwembad ging het borstcrawlen misschien best aardig, maar zwemmen in een plas is anders. En je ligt daar ook nog eens met z’n allen tegelijk. Handig om te weten:

  • Je mag elke slag zwemmen die je wil. Je mag borstcrawl en schoolslag ook afwisselen;
  • Als je geen geoefende zwemmer bent: laat je vooral niet van de wijs brengen door al die andere mensen in het water. Blijf aan de achterkant en aan de buitenkant bij de start en kies je eigen lijn. Zo voorkom je ’tikken’ van anderen.

Eerste wissel
Ren het water uit. Je voelt je misschien even gedesoriënteerd, je hebt tenslotte net hard gezwommen. Trek je badmuts en bril alvast af. Heb je een wetsuit aan? Trek hem direct tot ongeveer je navel uit tijdens het rennen. Hoe natter het pak, hoe makkelijker het uit te trekken is. Moeilijkste gedeelte van het wetsuit is het over de enkels uittrekken, maar je kan gerust met je voet op het pak gaan staan en hem zo snel uittrekken.

Loop naar je fiets. Nog onthouden waar hij staat? Zet je voeten op het handdoekje, en trek daarna je schoenen aan. Startnummer om (nummer op je rug). Helm op, riempje dicht. Eventueel een fietsbril op (vooral in de zomer aan te raden vanwege vliegende insecten). Fiets pakken en wegrennen. In deze volgorde. Je mag nog niet fietsen. Ren met je fiets naar de uitgang van het parc fermé, pas als je eruit bent, mag je op je fiets springen en fietsen. Er wordt duidelijk aangegeven waar dit mag.

Fietsen
De opdracht is simpel: zo snel mogelijk fietsen, en daarbij nog wel energie over laten voor het hardlopen. Krijg je een lekke band of ander fietspech? Je moet je eigen boontjes doppen. Hulp is uit den boze! Niemand mag je helpen en niemand mag je materialen aanbieden. Als de jury dit ziet, maak je een grote kans op diskwalificatie. Zorg er dus voor dat je een plaksetje en een reservebandje bij je hebt.

Houd tijdens het fietsen rechts aan. Er zijn enkele heen-en-weerstukken en inhalen kan op die plekken gevaarlijk zijn. Beter een seconde langzamer en gezond over de finish, dan… Mocht je trouwens wel willen inhalen dan doe je dat altijd links. Net zoals in het normale verkeer.

Nog een andere belangrijke regel: je mag niet direct achter iemand fietsen. Je mag niet profiteren van de wind die je voorganger voor je tegenhoudt. Dat noemen we ook wel stayeren. In een triathlon is sprake van stayeren als je binnen een afstand van 12 meter van je voorganger fietst. Dus je moet het echt alleen doen. Anders loop je risico op diskwalificatie of een blauwe kaart.

Een blauwe kaart betekent dat je tijdstraf krijgt. Een jurylid die op de motor zit kan jou deze blauwe kaart geven als je stayert. Krijg je die blauwe kaart? Dan moet je aan het einde van je fietsronde wachten in de penaltybox. Handig als je voor de wedstrijd weet waar de penaltybox is. Het is namelijk je eigen verantwoordelijkheid om naar de penaltybox te gaan en hier je straf uit te zitten. Afhankelijk van je afstand moet je een aantal minuten wachten in de penaltybox voordat je verder mag.

Wisselen
En daar komt de tweede wissel. Onthoud ook hier weer: je helm mag pas af, je riempje pas los, als je je fiets hebt weggezet. In de wisselzone mag je niet fietsen, dus je moet weer een stukje met je fiets lopen. Wissel eventueel schoenen en ga door met het laatste onderdeel. Verplaats je startnummer van je rug naar je buik. En ga.

Lopen
Je moet alleen nog lopen. Onderweg vind je waterposten om je van water te voorzien, dus het is niet nodig om water mee te nemen. Wel kun je eventuele voeding, zoals sportgelletjes, meenemen.